Examples of using "дайте" in a sentence and their dutch translations:
Laat mij spreken.
Geef het wachtwoord.
Geef thee.
Oké, even op adem komen.
Geef mij de schaar alstublieft.
Laat me het zien.
Laat me uitspreken.
Laat me sterven.
Geef me een kans!
Geef mij de microfoon!
Geef de restjes aan de hond.
- Geef me de sleutel.
- Geeft u me de sleutel.
Laat me eens proberen.
Geef het aan mij.
Geef het aan mij.
Geef mij water.
Geef me een appel.
Geef op.
- Laat zien.
- Laat me even kijken.
- Laat me eens zien.
Mag ik alstublieft een glas water?
Geef me een beetje water, alsjeblieft.
- Laat me even nadenken.
- Laat me eens nadenken.
Geef het mij, alstublieft.
Geef me alsjeblieft een asbak.
- Gelieve mij door te laten.
- Alstublieft, laat me door.
- Een fles wijn, alstublieft.
- Geef me een fles wijn.
Geef me een klein ijsje.
Mag ik alstublieft een glas water?
Drie van zulke, alstublieft.
Geef me een tweede kans.
- Laat me dat eens zien.
- Laat me dat zien.
Geef me vijf dagen.
Geeft u ons drie minuten.
Geef mij water.
Geef me te eten, alstublieft.
Laat me het proberen.
Geef het aan hem.
Geef het aan haar.
Geef het aan hen.
Geef het wapen aan mij!
Geef ons een pauze.
Geeft u me iets te drinken.
Geef mij drie krijtjes.
Laat me maar weten wanneer je klaar bent.
Laat me naar mijn meisje kijken.
Geef me alsjeblieft een kilo tomaten.
Geef het aan mij.
Geef een mens een masker, en hij zal de waarheid zeggen.
- Mag ik alstublieft een glas water?
- Een glas water alstublieft!
- Water graag.
- Water alsjeblieft.
Geef mij een beetje melk.
- Geeft u me een pen en een paar bladen papier, alstublieft.
- Geef me een pen en een paar bladen papier, alstublieft.
Geef mij het boek.
Geef me tijd.
Laat me sterven.
- Geef me een kans!
- Geef mij een kans.
Laat me uitspreken.
Geef me er een in maat M alstublieft.
- Geef me de sleutel.
- Geeft u me de sleutel.
Geef me een sinaasappel.
Geef me een hamer.
Laat hem uitspreken.
Ik smeek u, geef me alstublieft een visum.
Geef hem tijd.
Geef me een wijnfles.
Geef mij iets te eten alstublieft.
Geef me de wijn.
Geef ze hem.
Geef mij het potlood.
Geef me de sleutel van dit kasteel!
Geef ons een seconde.
Geef mij water.
Geef me de helft.
Geef ze aan haar.
Geef me een appel.
Geef me de T-shirt.
- Laat mij eens proberen.
- Laat mij het proberen.
Geef me alsjeblieft een.
Gelieve mij door te laten.
Geef een mens een masker, en hij zal de waarheid zeggen.
- Geef het aan iemand die u leuk vindt.
- Geef het aan wie je wilt.
- Geef me alstublieft nog een kans.
- Ik smeek u, geef me nog een kans.
Geef me alsjeblieft een postzegel van 80 yen.
Kan ik iets warms krijgen om te drinken?
Laat ons weten of ge kunt komen.
Laat me raden.
Geef me een paar dagen.