Examples of using "вёл" in a sentence and their dutch translations:
De man gedroeg zich vreemd.
Tom reed met de auto.
Hij reed.
Hij heeft zich slecht gedragen.
Hij leidde een zondig leven.
Hij heeft zich slecht gedragen.
De man gedroeg zich vreemd.
Heb je je vandaag goed gedragen?
Hij gedroeg zich als een kind.
Hij gedroeg zich als een gek.
Tom reed.
Ik reed.
Tom wil dat jij rijdt.
Hij bestuurde de auto, luisterend naar muziek op de radio.
- Wie was de bestuurder?
- Wie was aan het rijden?
Ik deed net alsof ik haar niet kende.
Dat was de eerste keer dat ik een auto bestuurd heb.
Ik wil dat je je gedraagt aan tafel.
Hij had 'n podcast en ik ook,
Ik heb mijn kat zich nog nooit zo zien gedragen.
Heb je je vandaag goed gedragen?
- Ik zat achter het stuur.
- Ik reed.