Examples of using "взглянул" in a sentence and their dutch translations:
Tom wierp een blik op zijn horloge.
Ik zag hem maar heel even.
- Ik keek.
- Ik heb gekeken.
- Je moet dit voor me nakijken.
- Dit moet je voor me eens bekijken.
Hij keek op zijn horloge.
Hij kijkt naar hem in de spiegel.