Translation of "бокал" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "бокал" in a sentence and their dutch translations:

- Он опустошил свой ​​бокал.
- Он опорожнил свой ​​бокал.

Hij leegde zijn glas.

Желаете бокал красного?

Zou je een glas rode wijn willen?

Он наполнил бокал вином.

Hij vulde het glas met wijn.

Бокал красного вина, пожалуйста.

- Een glaasje rood, alstublieft.
- Een glas rode wijn, alstublieft.

Том выпил бокал вина.

Tom dronk een glas wijn.

Хочешь бокал белого вина?

Wil je graag een glas witte wijn?

Бокал белого вина, пожалуйста.

- Een glas witte wijn, alsjeblieft.
- Een glaasje witte wijn, alstublieft.

- Этот стакан пустой.
- Этот стакан пуст.
- Этот бокал пустой.
- Этот бокал пуст.

Dit glas is leeg.

- Где Ваш стакан?
- Где Ваш бокал?

Waar is uw drankje?

- Не урони этот стакан.
- Бокал не урони.
- Бокал не уроните.
- Стакан не урони.
- Стакан не уроните.

Laat dat glas niet vallen.

- Я хочу кружку пива.
- Я хочу бокал пива.

Ik wil een biertje.

- Он выпил стакан красного вина.
- Он выпил бокал красного вина.

- Hij dronk een glas rode wijn.
- Hij dronk een glaasje rood.