Examples of using "замок" in a sentence and their dutch translations:
Het kasteel is mooi.
Het kasteel wordt belegerd.
Dit kasteel is mooi.
We zagen een kasteel in de verte.
Hij erfde het kasteel.
Dat kasteel is mooi.
Is het kasteel vandaag open?
- Jouw kasteel wordt aangevallen
- Uw kasteel wordt aangevallen
- Jullie kasteel wordt aangevallen.
Dit kasteel is mooi.
Dat is een oud kasteel.
Dat is ons kasteel.
Wat een mooi kasteel!
Het kasteel wordt omringd door bomen.
We hebben een zandkasteel gemaakt.
Tom maakte een zandkasteel.
Zoals een sleutel in een slot.
Wanneer is het kasteel gebouwd?
- Wat is jouw favoriete kasteel?
- Wat is uw favoriete kasteel?
- Wat is jullie favoriete kasteel?
Het kasteel staat te koop.
Het oude kasteel staat op de heuvel.
Er is een kasteel in mijn stad.
We hebben een zandkasteel gemaakt.
Tom maakte een zandkasteel.
De deur gaat niet open; het slot moet defect zijn.
Het oude kasteel is in een trieste staat.
Het kasteel is aan de andere kant van de rivier.
Er is een oud kasteel aan de voet van de berg.
Kleine oorzaken, grote gevolgen.
Mijn stad heeft een kasteel.
- Wat is jouw favoriete kasteel in Japan?
- Wat is jullie favoriete kasteel in Japan?
- Wat is uw favoriete kasteel in Japan?
Er is een kasteel op de achtergrond van de foto.
Dit kasteel is in 1610 gebouwd.
Wanneer jullie naar Roemenië gaan, zullen jullie het Kasteel van Dracula bezoeken.
Hij stak de sleutel in het slot.
De deur gaat niet op slot.