Examples of using "Тётя" in a sentence and their dutch translations:
Waar is jouw tante?
Wat doet je tante?
Tante, dit is Tom.
Mijn tante heeft mij bloemen gebracht.
Mijn tante ziet er jong uit.
Tante Wang, ik ben het.
Mijn tante is ouder dan mijn moeder.
Zijn tante woont in Oostenrijk.
De zus van een ouder is een tante.
Mijn tante gaf me een boek voor Kerstmis.
Ik heb een tante die in Osaka woont.
Ik heb een tante die in Osaka woont.
Mijn tante woont in New York.
Mijn oom is mager, maar mijn tante is dik.
Mijn tante is de zus van mijn vader.
Mijn tante gaf me een boek voor Kerstmis.
Ik heb een tante die in Boston woont.
Mijn tante gaf me een boek voor Kerstmis.
Mijn tante heeft mij een verjaardagsgeschenk gestuurd.
Ik weet niet waar mijn tante woont.
- Mijn tante spreekt Chinees alsmede Engels.
- Mijn tante spreekt zowel Chinees als Engels.