Examples of using "Томе" in a sentence and their dutch translations:
- Denk je aan Tom?
- Denkt u aan Tom?
- Denken jullie aan Tom?
Kom meer over Tom te weten.
- Denk je wel eens aan Tom?
- Denken jullie wel eens aan Tom?
Wat weet je over Tom?
Wat vind je leuk aan Tom?
- Tom draagt een oranje shirt.
- Tom draagt een oranje overhemd.
Het is duidelijk de verantwoordelijkheid van Tom.
Je hoeft je over Tom geen zorgen meer te maken.
Wat weet je precies over Tom?
- Vergeet Tom maar.
- Je kunt Tom vergeten.
Vertel me iets over Tom.
- Ik had het niet over Tom.
- Ik sprak niet over Tom.
Dit doet mij denken aan Tom.
- We weten niet veel over Tom.
- We weten weinig over Tom.
- Tom draagt een dikke bril.
- Tom heeft dikke brillenglazen.
We zouden over Tom kunnen praten.
Ik wil niks weten over Tom.
Dat is alles wat we weten over Tom.
Tom droeg een spijkerbroek en een cowboyhoed.
Zorg voor Tom.
- Tom draagt lederen shorts.
- Tom draagt leren shorts.
Ik zou degene moeten zijn die voor Tom zorgt.
Tom draagt een rode trui.
Ik denk de laatste tijd veel aan Tom.
Tom droeg een grijs pak met een rode stropdas.
Tom draagt een piratenkostuum.
- Tom droeg een rood met wit gestreepte das.
- Tom droeg een rood met wit gestreepte stropdas.
Ik denk liever niet al te veel aan Tom.
Wat weten we over Tom?
Tom droeg een duur pak.
Aan de basis van de thermodynamica liggen de bewegingen van atomen en moleculen, en de bewegingswetten die we al geleerd hebben in het eerste deel.
Tom draagt leren shorts.