Examples of using "Послушай" in a sentence and their dutch translations:
Luister...
Luister.
- Luister!
- Hoor eens!
- Luister.
Luister naar dit.
Luister naar de regen.
Luister naar hem!
Luister naar me!
- Luister naar me alsjeblieft.
- Luister alsjeblieft naar me.
- Luister naar me, Tom.
- Hoor me aan, Tom!
- Luister nou, Tom!
Hoor me aan, Tom!
Luister, ik heb het erg druk.
Stop met spreken en luister naar mij.
Luister naar je vrouw, Tom.
Luister naar me!
Wees stil en luister naar mij.
Luister...
Luister goed naar mij.
Luister alstublieft.
Volg mijn advies!
Luister, ik heb het erg druk.
- Luister.
- Luisteren.
Luister naar mij, oké?
Hé, luister naar mij.
Luister alstublieft.
Luister, we moeten praten.
Luister wat ik zeg.
Luister naar me.
Luister naar hem!
Zwijg en luister, jongen!
Luister naar jezelf.
- Luister naar me alstublieft.
- Luister naar me alsjeblieft.
- Alsjeblieft, luister naar mij!
- Luister naar me alsjeblieft!
- Luister naar Tom.
- Hoor Tom aan!