Examples of using "Весело" in a sentence and their dutch translations:
Amuseren jullie je?
Reizen is leuk.
Wat leuk!
Amuseren jullie je?
Dansen is leuk.
Het is leuk om honkbal te spelen.
Was het leuk?
Heb je je vermaakt?
Vissen is leuk.
Dat zou leuk zijn.
Dat is leuk.
Dat was leuk.
Dat was heel plezant.
- We hadden plezier.
- We hadden lol.
Wetenschap is leuk.
Wiskunde is leuk.
Reizen is leuk.
- Ze lijken zich goed te amuseren.
- Het lijkt erop dat ze zich goed amuseren.
Tom heeft veel plezier.
Maria had plezier.
Het is leuk geweest.
Het is leuk om honkbal te spelen.
Thuisblijven is niet leuk.
Het is leuk om een vreemde taal te leren.
Het is heel leuk Esperanto te leren.
Ik had plezier hier.
Het is leuk om de race te bekijken.
- Het is plezant een sneeuwman te maken in de winter.
- Het is leuk om een sneeuwpop te bouwen in de winter.
Basketbal spelen is leuk.
Wie lacht er?
We vonden het hilarisch.
Het was niet erg leuk.
We hadden veel plezier samen.
"Wiskunde is leuk." "Nee dat is het niet."
Skiën is erg leuk.
Het is heel leuk Esperanto te leren.
Tom zal lol hebben.
Paardrijden is erg leuk.
Dat wordt plezant.
Skiën is erg leuk.
Ik wist wel dat het vandaag leuk ging worden.
Hij wil gewoon een leuke tijd hebben.
Het zal niet zo leuk zijn als je denkt.
Heb je in Boston plezier gehad?
Mijn doel is dat je vloeiend Portugees spreekt op een aangename manier.