Translation of "Sofá" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Sofá" in a sentence and their dutch translations:

Está no sofá.

Het ligt op de sofa.

Quanto custa este sofá?

Hoeveel kost deze sofa?

Posso dormir no sofá?

Kan ik op de sofa slapen?

- Vovô está cochilando no sofá.
- Vovô está tirando uma soneca no sofá.

Opa doet een dutje op de canapé.

Gostaríamos de comprar um sofá.

We willen graag een bank kopen.

Ele está deitado no sofá.

Hij ligt op de bank.

Tom sentou-se no sofá.

Tom ging op de bank zitten.

O gato está dormindo no sofá.

- De kat slaapt op de sofa.
- De kat slaapt op de bank.
- De kat is aan het slapen op de bank.

Eu gostaria de comprar um sofá.

- Ik wil graag een bank kopen.
- Ik zou graag een bank willen kopen.

O cachorro está atrás do sofá.

De hond zit achter de bank.

Há um controle remoto debaixo do sofá.

Er ligt een afstandsbediening voor de tv onder de bank.

Estava deitado num sofá com os olhos fechados.

Hij lag op een sofa met gesloten ogen.

Por que você pintou o sofá de vermelho?

- Waarom hebben jullie de bank rood geschilderd?
- Waarom heeft u de bank rood geschilderd?
- Waarom heb je de bank rood geschilderd?

Tom está sentado no sofá, lendo uma revista.

Tom zit op de sofa een tijdschrift te lezen.

Eu não quero comprar este tipo de sofá.

Ik wil dit soort bank niet kopen.

O controle remoto da TV está debaixo do sofá.

- De zapper ligt onder de divan.
- De afstandsbediening ligt onder de bank.

Tom escondeu os presentes de Natal das crianças debaixo do sofá.

Tom heeft de kerstcadeautjes van de kinderen achter de sofa verstopt.