Examples of using "Negócios" in a sentence and their dutch translations:
Zaken zijn zaken.
Hoe gaan de zaken?
Ik ben hier voor zaken.
Spreek niet over zaken tijdens het eten.
George deed op dezelfde manier zaken als zijn vader.
Hij heeft het bedrijf van zijn vader overgenomen.
Ik meng niet graag zaken met plezier.
Mijn vader is een zakenman.
Een goede zakenman weet hoe hij geld kan verdienen.
Een week geleden was ik op zakenreis.
De zakenman denkt eraan het contract op te zeggen.
In die werkgroep ben ik verantwoordelijk voor digitale zaken en massamedia.
Waarom bemoei je je niet met je eigen zaken?