Examples of using "Linda" in a sentence and their dutch translations:
Brave meid.
Brave meid.
Braaf schaap.
Linda houdt van chocola.
- Linda houdt van chocolade.
- Linda houdt van chocola.
- Hé stuk!
- Hallo schoonheid!
- Ge zijt mooi.
- Jij bent mooi.
Wat een mooie nacht!
Jouw huis is mooi.
Linda houdt van chocolade.
- Luister naar die prachtige wals.
- Luister naar die mooie wals.
Griekenland is prachtig.
Je staat mooi op die foto.
Dan ontmoette Linda in de kerk.
Dat is een mooi lied.
Je bent een mooi meisje.
Wat een mooie nacht!
- Wat een mooi huis!
- Wat een prachtig huis!
Tom heeft een mooie stem.
Uw zuster is mooi als altijd.
- Je ziet er prachtig uit.
- U ziet er prachtig uit.
- Jullie zien er prachtig uit.
Zijn dochter is een mooie vrouw geworden.
De tekening werd in een mooie lijst geplaatst.
Uw dochter is een mooie vrouw geworden.
Ze was mooier dan ooit.
Zijn dochter is een mooie vrouw geworden.
U heeft mooie lippen.
Dan probeerde Linda over te halen het geld te stelen.
Een knap meisje ging naast mij zitten.
Mijn moeder was heel mooi toen ze jong was.
Zij heeft het mooiste kontje dat ik ooit al heb gezien.
Tom vond vroeger dat Maria de mooiste vrouw op aarde was.
Er was eens een mooie prinses ...
Maria is mooi.
Maria is beeldschoon.
Maria is beeldschoon.
Maria is een erg knappe meid.
- Ge zijt mooi.
- Jij bent mooi.
- Jullie zijn mooi.
- Je bent mooi.
Maria is het mooiste meisje van haar klas.
Mijn kleinzoon heeft een poesje. Het poesje heeft een zwart-witte vacht en groenige ogen. Mijn kleinzoon is er dol op om met haar te spelen. Hij heeft haar de naam Vivi gegeven. Vivi is mooi. Het is ons huisdier.