Examples of using "Foste" in a sentence and their dutch translations:
- Je ging daarnaartoe.
- U ging daarnaartoe.
- Jullie gingen daarnaartoe.
- Je ging daarheen.
- U ging daarheen.
- Jullie gingen daarheen.
Ben je al in Athene geweest?
Was jij het, Tom?
- Waar ging je heen?
- Waar ben je geweest?
- Waar was je heen gegaan?
- Waar zijn jullie geweest?
- Waar was je heen?
- Waar gingen jullie heen?
- Waar waren jullie heen?
Bent u al eens in Rome geweest?
Heb jij dat getekend?
- Waar waren jullie?
- Waar ging je heen?
- Waar was je heen gegaan?
- Waar ging je net heen?
- Waar was je heen?
- Waar gingen jullie heen?
- Waar waren jullie heen?
Bent u al eens in Rome geweest?
Jij was het die onze liefde heeft doen sterven.