Examples of using "Coreano" in a sentence and their dutch translations:
Ik studeer Koreaans.
Ik leer Koreaans.
Ik spreek Koreaans.
Ik ben Koreaan.
Mijn vriend leert Koreaans.
Koreaans leren is moeilijk.
Ik heb een assistent nodig die Koreaans spreekt.
Zuid-Korea wordt "Hanguk" genoemd in het Koreaans.