Examples of using "Chamar" in a sentence and their dutch translations:
Ik schakel hulp in.
Hoe zou ik je gaan noemen?
We moeten de helikopter inschakelen.
- Ik bel om 4 uur terug.
- Ik zal om vier uur opnieuw bellen.
- Ze zullen bellen.
- Zij zullen bellen.
- Ze gaan bellen.
- Zij gaan bellen.
Tom gaat de politie bellen.
Mag ik je Tom noemen?
We moesten de slotenmaker erbij halen.
Tom verlangt naar aandacht.
Ik wil de politie niet bellen.
- Kunt u een taxi voor me bestellen?
- Kunt U een taxi voor mij bestellen?
- Hij zal komen als ge hem roept.
- Hij komt als je hem belt.
Kun je me later bellen?
Je ziet bleek. Moet ik een dokter roepen?
Jullie kunnen me op ieder moment bellen.
Ik denk dat je Tom even moet bellen.
- Als je iets nodig hebt, bel dan gewoon.
- Als je wat nodig hebt, bel me gewoon.
Kinderen huilen vaak alleen maar om de aandacht te trekken.
Je hoeft me niet op te bellen.
Dus roepen we de helikopter en gaan we snel naar het ziekenhuis.
...moet je om hulp vragen... ...en naar het ziekenhuis gaan.
Ik hoorde iemand mijn naam roepen in de volle bus.
Kinderen huilen vaak alleen maar om de aandacht te trekken.
- Ik heet William, maar jij mag me Bill noemen.
- Ik heet William, maar u mag me Bill noemen.
- Mijn naam is William, maar u mag me Bill noemen.
- Mijn naam is William, maar jij mag me Bill noemen.
We hebben geen keus. We verzoeken om een noodextractie.
We hebben nu 30 minuten om hulp in te schakelen... ...en naar het ziekenhuis te komen.
Ik moet Tom bellen.
Ik pak mijn handen in... ...en vraag om een helikopterextractie.
Als je naar Rio komt, vergeet dan niet mij te bellen en te vragen om jouw gids te zijn.
Laat de dokter komen, want ik ben ziek.