Examples of using "Certamente" in a sentence and their dutch translations:
Ja, zeker.
- Zeker.
- Zeker!
- Natuurlijk!
- Zonder twijfel.
- Jazeker.
- Uiteraard!
- Zeker weten!
- Maar natuurlijk!
Tom is ongetwijfeld welbespraakt.
Ik ben er zeker van dat dit klopt.
- Zeker.
- Natuurlijk.
- Zeker!
- Jazeker.
- Jawel.
- Uiteraard!
- Zeker weten!
- Spreekt voor zich.
- Dat spreekt vanzelf.
- Maar natuurlijk!
Het heeft ons zeker heel wat gekost.
Mijn moeder zal zeker nee zeggen.
Zij zal het zeker afwijzen wat je haar aanbiedt.
Dat is zeker mogelijk.
...maar als ze worden verstoord of uitgedaagd verdedigen ze zich.
De dood van Ragnar in een slangenkuil is vrijwel zeker uitgevonden.
Ik zal ze zeker missen.
Het zal je plezieren.