Examples of using "Wychodzę" in a sentence and their dutch translations:
Ik sta op het punt uit te gaan.
- Ik stap op.
- Ik neem ontslag.
- Ik dien mijn ontslag in.
- Ik kap ermee.
- Ik stop ermee.
Vandaag ga ik weer naar een wedstrijd, alleen dan eerder dan gisteren.