Translation of "Uciekł" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Uciekł" in a sentence and their dutch translations:

Dlaczego uciekł?

Waarom is hij weggelopen?

Chłopak uciekł.

De jongen liep weg.

Tom uciekł.

Tom ontsnapte.

Kto uciekł?

Wie is er ontsnapt?

Uciekł z pieniędzmi.

Hij vluchtte met het geld.

Jak Tom uciekł?

Hoe is Tom ontsnapt?

Wyczuł niebezpieczeństwo i uciekł.

Hij voelde het gevaar en ging op de vlucht.

Prezydent uciekł ze stolicy.

De president is de hoofdstad ontvlucht.

Jak tylko mnie zobaczył, uciekł.

Zodra hij mij zag, liep hij weg.

Chciałem go uderzyć, ale on uciekł ode mnie.

Ik wou hem slaan, maar hij liep van mij weg.

Ney dokonał genialnego wycofania się z walki, i uciekł.

Ney voerde een briljante vechtterugtrekking uit, en ontsnapte.

I pewnie zdziwiły go strzały i to, jak źle go potraktowali, więc nie uciekł od razu.

...dus hij was verbaasd dat mensen hem zo slecht behandelden... ...en op hem schoten, dus hij rende niet meteen weg.