Examples of using "Różnicy" in a sentence and their dutch translations:
er is geen verschil.
Ik zie geen verschil.
Er was een verschil van één minuut tussen hen.
En dan komen we bij het volgende grote verschil.
- Tom weet niet wat het verschil is tussen Europa en de Europese Unie.
- Tom weet het verschil tussen Europa en de Europese Unie niet.
Ik wil een kledingstuk kiezen... ...dat ik wel kwijt kan.