Examples of using "Prowadzi" in a sentence and their dutch translations:
Wie rijdt?
Tom rijdt.
De politie zoekt.
Hij kan goed rijden.
Eens kijken waar deze heen leidt.
Een oude vrouw rijdt in haar auto
Mijn vader runt een restaurant.
De hoofdweg. Richting het centrum.
is een crevasse, een scheur in het ijs.
De weg loopt van Tokio tot Osaka.
- De aanhouder wint.
- Hoop en moed zijn altijd goed.
Daar gaat hij naar beneden.
Ze doet mee aan de verkiezingscampagne. Ze doet de hele tour.
En dan komen we bij het volgende grote verschil.
Ik voel waar het gat heen gaat. O, man.
Haar uiterlijk is net zo vreemd als haar levensstijl.
Met kalfjes op sleeptouw kiest ze voor achterafstraatjes.
Mijn moeder heeft een rijbewijs, maar ze rijdt geen auto.
Hij heeft nu een stichting voor onderwijs in de regio.