Translation of "Pracą" in Dutch

Byłam znudzona pracą.

Ik was moe van het werk.

Tom był zajęty pracą.

Tom was druk aan het werk.

Jestem zajęty pracą domową.

Ik heb het druk met huiswerk.

Bycie artystą jest najwspanialszą pracą.

Artiest is het mooiste beroep ter wereld.

Stała się pracą mojego życia.

gaf vorm aan mijn levenswerk.

Robić filmy jest pociągającą pracą.

Films maken is een aantrekkelijk beroep.

Możesz spełnić swoje marzenie ciężką pracą.

Je kunt je droom waarheid maken door hard te werken.

Ale co to ma wspólnego z pracą tych ludzi?

maar wat heeft het te maken met het werk dat deze mensen doen?