Examples of using "Liczyć" in a sentence and their dutch translations:
Hij kan niet tellen.
Ze krijgen ook hulp.
- Kun je in het Italiaans tellen?
- Kunt u in het Italiaans tellen?
- Kunnen jullie in het Italiaans tellen?
Ik had gedacht dat ik op je kon rekenen.
Mijn zoon kan nog niet tellen.
Kan ik op uw hulp rekenen?
Mijn zoon kan al tot honderd tellen.