Translation of "Kobietę" in Dutch

Spotkałem starą kobietę.

Ik kwam een oude vrouw tegen.

- Gdzie Pani widziała tę kobietę?
- Gdzie Pan widział tę kobietę?

Waar heeft u deze vrouw gezien?

Gdzie Pani widziała tę kobietę?

Waar heeft u deze vrouw gezien?

Jego córka wyrosła na piękną kobietę.

Zijn dochter is een mooie vrouw geworden.

Czemu miałbyś poślubić kobietę, jeśli lubisz mężczyzn?

Waarom zou men met een vrouw trouwen als men van mannen houdt?

Odważny strażak wydostał młodą kobietę z płonącego domu.

De moedige brandweerman redde een jongen uit het brandende huis.

Poeta patrzy na świat jako mężczyzna patrzy na kobietę.

Een dichter bekijkt de wereld zoals een man kijkt naar een vrouw.

Wszystko czego chciał Tom, to znaleźć kobietę, której mógłby oddać swe serce.

Het enige wat Tom wilde, was een vrouw te vinden die al de liefde die hij te bieden had zou aanvaarden.

Chciałbym ci tylko powiedzieć, że uważam cię za najpiękniejszą kobietę, jaką kiedykolwiek widziałem.

Ik wil je even laten weten dat ik vind dat je de mooiste vrouw bent die ik ooit heb gezien.