Examples of using "Całkowicie" in a sentence and their dutch translations:
Hij is volledig aan gort.
Hij is volledig aan gort.
- Je hebt helemaal gelijk.
- Je hebt volkomen gelijk.
- Ge hebt helemaal gelijk.
- Je slaat de spijker op z'n kop.
Ik ben het er volkomen mee eens.
Ben je heel zeker?
Ik ben het helemaal met je eens.
Een tarantula, zie je hem? Hij is bedekt met zand.
Hij is volledig afhankelijk van zijn ouders.
Politieke zaken moeten onafhankelijk zijn.
Onze oceanen zijn vrijwel ononderzocht en onderbemonsterd;
Ik ben tot over mijn oren op je verliefd!
Maar als het 's nachts hard waait... ...zou het kunnen worden bedolven.
Maar als het 's nachts hard waait zou het kunnen worden bedolven.
- Wat hij zei was ver van waar.
- Wat hij zei, stond veraf van de waarheid.
Als men een wenkbrauw optrekt, kan dit betekenen "ik wil seks met je hebben," maar ook "dat wat je net zei, vind ik volstrekt onnozel."