Translation of "Teoria" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Teoria" in a sentence and their dutch translations:

- Hai una teoria?
- Ha una teoria?
- Avete una teoria?

- Heb je een theorie?
- Heeft u een theorie?
- Zijn jullie in het bezit van een theorie?

- Ho una teoria.
- Io ho una teoria.

Ik heb een theorie.

- Qual è la tua teoria?
- Qual è la sua teoria?
- Qual è la vostra teoria?

Wat is jouw theorie?

Ha una teoria?

Heeft u een theorie?

- Non riesco ad accettare questa teoria.
- Non posso accettare questa teoria.

Ik kan deze theorie niet aanvaarden.

- È impossibile fargli capire la nuova teoria.
- È impossibile fargli comprendere la nuova teoria.

- Het is niet mogelijk hem de nieuwe theorie aan het verstand te brengen.
- Het is niet mogelijk hem de nieuwe theorie te laten begrijpen.

In teoria, non c'è differenza tra la teoria e la pratica. Ma, in pratica, ce n'è.

In theorie is er geen verschil tussen theorie en praktijk. Maar in de praktijk wel.

Penso di avere una teoria a riguardo.

Ik geloof dat ik daarover een theorie heb.

Così cercavamo di salvare la teoria dell'impatto gigante.

Dus probeerden we de grote-inslagtheorie te redden.

La teoria dell'impatto gigante era ancora in crisi,

De grote-inslagtheorie gaf nog steeds problemen

Perché siamo così protettivi della nostra teoria personale.

daarvoor koesteren we onze eigen lievelingstheorie te zeer.

Tra una teoria e un’idea c’è una grande differenza.

Er is een groot verschil tussen een theorie en een idee.

Ci interessa sapere se la teoria è supportata dai dati,

Waar we om geven is: "Ondersteunen de data de theorie?"

Se i dati aumentano la nostra convinzione sulla verità di una teoria;

Verhogen de data onze overtuiging dat de theorie waar is?