Examples of using "Tedesco" in a sentence and their dutch translations:
- Spreekt u Duits?
- Spreken jullie Duits?
Ze spreekt Duits.
Ik spreek Duits.
Ik tel in het Duits.
Ik ga Duits studeren.
Ik leer Duits.
Ik ga Duits leren.
Ik leer nu Duits.
- Spreekt u Duits?
- Spreken jullie Duits?
- Spreek je Duits?
- Spreekt u Duits?
Ik wil geen Duits leren.
Wie leert jou Duits?
Ik ben een Duitse architect.
Ik versta geen Duits.
Ik sprak alleen maar Duits.
Ik tel in het Duits.
Ik wil Duits studeren.
Ik wil Duits spreken.
- Wie heeft je Duits geleerd?
- Wie heeft u Duits geleerd?
- Wie heeft jullie Duits geleerd?
Spreekt hij Engels, Frans of Duits?
Blümchen zingt in het Duits.
Ik versta geen Duits.
Ik begrijp absoluut niets van Duits.
- Wanneer zijt ge begonnen met Duits te leren?
- Wanneer ben je begonnen Duits te leren?
Dat meisje spreekt Engels en Duits.
Karin is een Duitse naam.
Ik ga een zin in het Duits opschrijven.
Hoe zeg je dat in het Duits?
Mijn Duits is verschrikkelijk.
Jouw Duits is goed.
Ik wil geen Duits leren.
Ik tel in het Duits.
Ik leer Zweeds en Duits.
Ik heb Frans geleerd in plaats van Duits.
Mijn Duitse vriend heet Hans.
Nederlands is nauw verwant aan Duits.
Hij spreekt Engels met een Duits accent.
Oostenrijk wordt "Österreich" genoemd in het Duits.
Spreekt Arnold Schwarzenegger nog steeds Duits?
Hans is een Duits zakenman.
- Hoe zeg je "good bye" in het Duits?
- Hoe zeg je "vaarwel" in het Duits?
Is Duits een Romaanse taal?
Wanneer zijt ge begonnen met Duits te leren?
- Ik spreek geen Frans of Duits.
- Ik spreek noch Frans noch Duits.
Het Duits is een Germaanse taal.
Ja, zo zeg je dat in het Duits.
De cursus Duits begint op vijf oktober.
We lenen Duits woordenboeken van Pfirsichbaeumchen.
Duits is geen makkelijke taal.
Ik heb Duitse les om 10 uur.
Duitsland heet "Deutschland" in het Duits.
Zwitserland wordt "Schweiz" genoemd in het Duits.
België wordt "Belgien" genoemd in het Duits.
Luxemburg wordt "Luxemburg" in het Duits genoemd.
Hij studeert Engels, maar hij studeert ook Duits.
Nee, meneer, ik ben Duits.
Het leven is te kort om Duits te leren.
- Schrijf nooit woorden "bietensoep" en "koolsoep" in het Duits!
- Schrijf nooit woorden "borsjtsj" en "sjtsji" in het Duits!