Examples of using "Rosse" in a sentence and their dutch translations:
Ik wilde rode schoenen.
Zijn mijn oren rood?
Ze verkiest bloedappelsienen.
Zij zijn rood.
Ik vind rode rozen leuk.
- Ik houd van rood vlees.
- Ik hou van rood vlees.
Ik wilde rode schoenen.
Appels zijn rood.
Kersen zijn rood.
De rode lijnen op de kaart stellen spoorwegen voor.
Ik hou erg van rood vlees.
Alle appels zijn rood.
Haar wangen waren rood.
Haar nagels zijn rood.
Ze zijn er in het rood, groen en geel.
Sami houdt van rode appels.
Nancy wil een paar rode schoenen.
In de herfst worden deze groene bladeren rood.
Je draagt geen rode minirok naar een begrafenis.