Examples of using "Scarpe" in a sentence and their dutch translations:
Wij verkopen schoenen.
Strik je schoenveters.
- Doe uw schoenen uit.
- Doe je schoenen uit.
Je houdt van deze schoenen.
Welke schoenen trek je aan?
Wij verkopen schoenen.
Ik maakte mijn veters los.
- Je schoenen zijn hier.
- Uw schoenen zijn hier.
- Jullie schoenen zijn hier.
- Je veter zitten los.
- Uw veters zitten los.
Draag geen schoenen in de moskee.
Ik wilde rode schoenen.
Deze schoenen zijn van haar.
Ze had witte schoenen aan.
Strik je schoenveters.
Doe uw schoenen uit.
Ik heb mijn schoenen gevonden.
Waar hebt ge die schoenen gekocht?
Ik heb een paar schoenen gekocht.
We zijn het gewend om schoenen te dragen.
- Hij runt een schoenenwinkel.
- Hij heeft een schoenenwinkel.
Die schoenen lijken me te duur.
Ze hebben nieuwe schoenen nodig.
Tom kan zijn veters niet strikken.
Ik wilde rode schoenen.
Mijn schoenen piepen.
Heb je nieuwe schoenen?
Poets je schoenen vooraleer weg te gaan.
Tom heeft nieuwe schoenen nodig.
Ik wil bruine schoenen, geen zwarte.
Mijn schoenen zijn versleten.
Lucht die schoenen!
Die schoenen lijken me te duur.
Zijn schoenen zijn bruin.
Waar hebt ge die schoenen gekocht?
Bij binnenkomst horen we onze schoenen uit te doen.
Toms veters zijn los.
Hier, uw schoenen.
Waar zijn mijn schoenen?
Wiens schoenen zijn dit?
Deze schoenen zijn van Tom.
Ik heb mijn schoenen gevonden.
Tom trok zijn schoenen uit.
Tom heeft nieuwe schoenen.
Goede schoenen zijn duur.
Mijn schoenen zijn groter dan die van jullie.
- De kinderen kregen schoenen voor de kerst.
- De kinderen hebben schoenen gekregen voor Kerstmis.
Ik ging gisteren naar de schoenenwinkel.
Ik ging gisteren naar de schoenenwinkel.
Ik heb sokken, maar ik heb geen schoenen.
Poets je schoenen vooraleer weg te gaan.
Mary's schoenen zijn vies.
Ik heb meteen mijn schoenen aangetrokken.
Tom draagt nieuwe schoenen.
Deze schoenen passen niet.
Deze schoenen zijn gemaakt in Italië.
De schoenen zijn van leer.
Ik vind je schoenen erg leuk.
Wanneer heeft Tom die schoenen gekocht?
Mijn schoenen zijn te klein.
Uw schoenen zijn hier. Waar zijn de mijne?
Nancy wil een paar rode schoenen.
Mijn nieuwe schoenen zijn gemaakt van leer.
Deze schoenen zijn te klein voor mij.
Wat is zijn schoenmaat?
- Hij kent de streek als zijn broekzak.
- Hij kent de streek op zijn duimpje.
Ik denk dat ik dat paar schoenen zal kopen.
Tom draagt de schoenen van John.
Deze schoenen zijn gemaakt in Italië.
Susan poetste haar vaders schoenen.
Tom ziet er grappig uit met die schoenen.
Doe uw schoenen uit voor ge de kamer binnengaat.
Hij draagt schoenen, maar hij draagt geen sokken.
Mijn nieuwe schoenen zijn gemaakt van leer.
- Het is ons gebruik om onze schoenen uit te doen voor we het huis binnengaan.
- We doen gewoonlijk onze schoenen uit voor we het huis binnengaan.
Moeten we onze schoenen uitdoen voor we het huis binnengaan?
Zowel Tom als Maria hebben nieuwe schoenen nodig.
Uw schoenen zijn hier. Waar zijn de mijne?
Ik deed mijn klimschoenen uit en begon terug te wandelen.
Mijn schoenen zijn te klein, ik heb er nieuwe nodig.
Tom zegt dat hij een nieuw paar schoenen moet kopen.