Examples of using "Quanta" in a sentence and their dutch translations:
- Hoeveel cake is er nog over?
- Hoeveel taart is er nog over?
- Hoeveel gebak is er nog over?
Vraag haar hoeveel soep ze wil.
En stoffig.
Hoeveel honger heb je, Tom?
Hoeveel bier moet ik kopen?
Hoeveel mensen kwamen er naar je feestje?
Ik wist dat als mijn vrienden van dit plastic afwisten,
Hoeveel informatie is er nou nodig om zo'n beeld op te roepen?
- Hoeveel mensen waren aanwezig bij de bijeenkomst?
- Hoeveel mensen waren aanwezig bij de vergadering?
Misschien wel meer dan de rest van de oceaan samen.
Het lukt je niet deze valies te sluiten omdat je er te veel hebt ingestopt.
Ik weet niet hoeveel water er is. Het kan 'n diep doodlopend spoor zijn.