Examples of using "Preparate" in a sentence and their dutch translations:
- Wees voorbereid!
- Wees voorbereid.
Zijn we bereid?
Wij zijn er klaar voor.
Wij zijn er klaar voor.
- Ze zagen er voorbereid uit.
- Het leek alsof ze voorbereid waren.
We hebben ons klaargemaakt.
Onze steden en gemeenschappen zijn niet voorbereid.
- Wees voorbereid!
- Wees voorbereid.
- Maak alstublieft koffie.
- Maak alsjeblieft koffie.