Examples of using "Partita" in a sentence and their dutch translations:
Ze ging weg.
- Spel afgelopen.
- Wedstrijd afgelopen.
Het spel werd spannend.
Wanneer begint de wedstrijd?
De wedstrijd vond niet plaats.
Ons team heeft de wedstrijd gewonnen.
Het spel was zeer interessant.
Hebben je broers de wedstrijd gewonnen?
Ons team heeft de eerste wedstrijd verloren.
De wedstrijd vond niet plaats.
Het spel naderde zijn einde.
Morgen is de voetbalwedstrijd.
De wedstrijd vond niet plaats.
Je hebt het spel verloren.
Het maakt niet uit welk team de wedstrijd wint.
- Het spel begint om twee uur morgennamiddag.
- Het spel begint morgenmiddag om twee uur.
Ze is net vertrokken.
Het spel werd spannend.
We verloren het spel.
Ondanks de regen werd het spel niet afgelast.
Ik heb een tenniswedstrijd gekeken op televisie.
Ik ga morgen naar de honkbalwedstrijd.
Laat het spel beginnen!
- Dit is de laatste wedstrijd.
- Dit is het laatste spel.
Om negen uur was het spel afgelopen.
Laten we verder spelen na de lunch.
Tijdens een interview na afloop van de wedstrijd uitte de coach zijn ongenoegen over de scheidsrechter.
Hij staat erop nog een spel te spelen.
Ze is net vertrokken.
- Tom wist niet eens dat Maria weg was gegaan.
- Tom wist niet eens dat Maria ervandoor was gegaan.
Als het leger in wit uniform de koning in zwart uniform gevangenneemt, wint dat leger het spel.
Ik vertrok.
Waarom ben je vroeg weggegaan?