Examples of using "Monaco" in a sentence and their dutch translations:
Wanneer ben je in München?
Ik ben een monnik.
Ik ben een monnik.
- Wanneer ben je in München?
- Wanneer ben je in Monaco?
Onze zoon woont in München.
Tom besloot monnik te worden.
Een baard maakt je nog geen filosoof.
München is de hoofdstad van Beieren.
München is de hoofdstad van Beieren.
Tom besloot monnik te worden.
Het vliegtuig werd wegens mist omgeleid naar München.
- Een baard maakt je nog geen filosoof.
- Als de baard het teken van wijsheid was, zou de bok de wijste zijn.
- Wijsheid komt niet automatisch met de leeftijd.