Examples of using "Creda" in a sentence and their dutch translations:
- Geloof.
- Geloof het.
Geloof me dat ik u wilde helpen.
Geloof me.
Geloof me dat ik u wilde helpen.
Geloof in de liefde!
Geloof in jezelf.
Geloof in wetenschap!
Geloof in de gerechtigheid!
Geloof het of niet, ze heeft drie kinderen.
- Geloof wat u wil.
- Geloof wat je wil.
Geloof het of niet, maar Tom is zeventig jaar oud.
- Geloof mij. Ik word een nieuwe mens.
- Geloof mij. Ik word een nieuwe man.
Geloof me of niet, maar ik ben deze keer niet sarcastisch.