Examples of using "Comprarlo" in a sentence and their dutch translations:
Koop het niet!
Ik wil het niet kopen.
Ik was het ermee eens het te kopen.
Wil je het kopen?
Ik ben niet rijk genoeg om dat te kopen.
Als ik geld had, kon ik het kopen.
Koop het niet!
Koop het niet!