Examples of using "“il" in a sentence and their dutch translations:
De hond viel het jongetje aan.
Bel 112!
Roep de dokter!
De hond is van u.
Het ijs heeft het sap verdund.
De vluchteling stak de rivier over.
De politieman achtervolgde de dief.
Vul het op.
De kat at de rat.
Gooi de teerling.
De film begint.
Volgende keer is het uw beurt.
De koffie komt na het eten.
Maak je bed op.
- Spreek je Berber?
- Spreekt u Berber?
- Spreken jullie Berber?
- Spreekt u Catalaans?
- Spreek jij Catalaans?
- Spreken jullie Catalaans?
- Weten jullie waarom?
- Weet u waarom?
- Spreekt u Turks?
- Spreek je Turks?
- Spreken jullie Turks?
- Versta je Frans?
- Verstaat u Frans?
- Verstaan jullie Frans?
- Spreek je Tagalog?
- Spreekt u Tagalog?
- Spreken jullie Tagalog?
- Je weet waarom.
- U weet waarom.
- Jullie weten waarom.
- Jij houdt van koffie.
- U houdt van koffie.
- Jullie houden van koffie.
Kun je Latijn?
Zuig aan mijn pik.
Na het eten vroeg ik om de rekening.
Haar toespraak ontroerde het publiek.
Ik drink koffie met melk.
- Waag je kans.
- Waag uw kans.
- Lees de meter af.
- Lees de meterstand af.
- Zoek de kat.
- Vind de kat.
Sorry dat ik laat ben.
Verbrand het lijk.
Kook de rijst.
- Neem de controle.
- Neem de controle over.
- Neem de controle over.
- Neem het bevel.
- Neem het commando.
- Neem de leiding.
- Waar is de plee?
- Waar is de wc?
- Kijk naar de lucht.
- Kijk naar de hemel.
- Doe het boek toe.
- Doe het boek dicht.
- Sluit het boek.
Steek de rivier over!
- Hou de rest maar.
- Hou het wisselgeld maar!
Los het probleem op.
Doe de koelkast dicht.
Verander het onderwerp.
Toeter.
Druk op de knop.
Kijk naar de kat.
Lees de Koran.
Bestudeer de Koran.
Vis is voor de overlever...
De meniscus helpt de knie stabiliseren
De koning bestuurde het land.
De kat drinkt melk.
De vluchteling stak de rivier over.
- Voetbal is mijn lievelingsspel.
- Voetbal is mijn favoriete spel.
Ik speel piano.
Zij speelt piano.
Ik hou van kaas.
Voetbal is mijn lievelingssport.
De melkboer stierf.
Speelt zij piano?
- Spreekt u Macedonisch?
- Spreken jullie Macedonisch?
- Mijn favoriete sport is voetbal.
- Voetbal is mijn lievelingssport.
Hij gebruikte het woordenboek.
Ik stopte de video.
Ik vergat het boek.
Ik hou van kaas.
Hij strekte zijn arm om het boek te grijpen.
- Heb je liever witte of bruine rijst?
- Hebben jullie liever witte of bruine rijst?
Geef mij het boek.
Breng me het woordenboek.
Trek je pyjama aan.
De hond blaft.
Geef me de wijn.
- Ik lees de Koran.
- Ik las de Koran.
- Ik heb de Koran gelezen.
China grenst aan Pakistan, India, Afghanistan, Tadzjikistan, Kirgizië, Kazachstan, Noord-Korea, Laos, Vietnam, Nepal, Bhutan, Myanmar, Mongolië en Rusland.
Vergeet de melk niet.
Kan je mij de schroevendraaier aangeven?
Je speelt piano, nietwaar?
- Ik heb kamer 5.
- Het nummer van mijn kamer is 5.
Ik heet Tamako, en jij?
De mijne is niet zo goed als de jouwe.
- Zingen is zijn sterkste punt.
- Zingen is haar sterkste punt.
We kunnen het verleden en het heden registreren.
Boter en kaas worden uit melk gemaakt.
Het eerste is zelf-gericht perfectionisme,
Maar de kudde heeft gevaar geroken.
De kat eet de muis.
Het ijs heeft het sap verdund.
Er heerst mysterie.
De zon komt op.
Waar is het café?
Ik speel piano.