Examples of using "Chiami" in a sentence and their dutch translations:
Wil je dat ik een ziekenwagen bel?
- Telefoneer mij deze avond.
- Bel me vanavond.
- Bel ze.
- Bel ze op.
- Roep ze.
Wil je dat ik de politie bel?
Hoe heet je?
- Telefoneer.
- Bel.
- Bel een ziekenwagen.
- Bel een ambulance.
- Bel me.
- Bel me op!
Bel ons.
- Telefoneer mij!
- Bel me op!
Hallo, hoe heet je?
- Bel hem.
- Bel hem op.
- Roep hem.
Bel me vanavond.
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
Bel mij morgen om 9 uur.
Roep alstublieft de politie.
Ik herinner me je naam niet.
- Bel een ziekenwagen.
- Bel een ambulance.
- Bel Ishmael.
- Roep Ishmael.
- Roep Ishmael op.
Bel Tom.
Bel de FBI.
- Roep je vrouw.
- Bel je vrouw.
- Telefoneer mij deze avond.
- Bel me vanavond.
Hallo, ik heet Pekka. Wat is uw naam?
Noem mij Ismael.
Bel me morgen.
Bel 112!
Roep de dokter!
Je naam is niet Tom, of wel?
Hallo, wat is jouw naam?
Vertel hem je naam.
Bel haar nu niet op.
Bel naar huis!
Bel mijn man.
Hoe noem je dit?
- Roep de politie!
- Bel de politie!
- Bel je broer.
- Bel uw broer.
- Bel jullie broer.
Bel je vader.
Bel Tom onmiddellijk.
Bel de beveiliging.
Bel hem alstublieft op.
Bel me vanmiddag.
Noem me Philip alsjeblieft.
Bel me als je er klaar voor bent!
- Hij zal komen als ge hem roept.
- Hij komt als je hem belt.
- Bel de beveiliging!
- Bel de beveiliging.
- Hallo, hoe heet je?
- Hallo, wat is uw naam?
- Hallo, wat is jouw naam?
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
- Wat is jouw naam?
- Wat is uw naam?
Roep me om zes uur morgenochtend.
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
Bel de politie in geval van nood.
Bel mij niet meer.
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
- Wat is uw naam?
- Bel me als je klaar bent om te gaan.
- Bel me als u klaar bent om te gaan.
- Bel me als jullie klaar zijn om te gaan.
Ik herinner me je naam niet.
- In geval van nood, bel 119.
- Bel in geval van nood 119.
In geval van brand, bel 119.
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
- Wat is jouw naam?
- Wat is uw naam?