Examples of using "Veszíteni" in a sentence and their dutch translations:
Tom gaat verliezen.
Hij houdt niet van verliezen.
Ik zal niet verliezen!
Niemand houdt ervan te verliezen.
Iedereen dacht dat we gingen verliezen.
Die is voor mensen die bekend zijn met verliezen.
- Wie een hond wil slaan, kan gemakkelijk een stok vinden.
- Wie een hond wil slaan, vindt altijd een stok.
- Barbertje moet hangen.