Examples of using "Tudnom" in a sentence and their dutch translations:
Ik moet het weten.
Ik moet het weten.
Ik had het kunnen weten,
Hoe had ik dat moeten weten?
Er is iets dat ik moet weten.
Ik wilde weten waarom.
Ik moet weten wat er vannacht gebeurd is.
heb ik alles geleerd wat ik moest weten over schrijven.
Ik had kunnen weten dat zodra ik verliefd werd op de realiteit,
Dat had ik moeten kunnen doen.