Examples of using "Sör" in a sentence and their dutch translations:
Bier is goed.
Is er nog meer bier?
Er is geen bier op Hawaï.
Wiens bier is dit?
Bier bevat hop.
Hoeveel kostte dat bier?
Bier bestaat voor 90% uit water.
Hoeveel kost een fles bier?
Dit bier bevat 5% alcohol.
Hij begon zijn maaltijd met het drinken van een half glas bier.
We hebben geen bier meer.
Hoe is de wijn en hoe is het bier?
Het bierglas is bijna nog groter dan jij.