Examples of using "Kínai" in a sentence and their dutch translations:
Is hij Chinees?
Is ze Chinese?
- Ik ben Chinees.
- Ik ben Chinese.
Zijn jullie Chinees?
- Hou je van de Chinese keuken?
- Houdt u van de Chinese keuken?
moeten in door de regering gerunde fabrieken in China
Meneer Wang komt uit China.
Dat is Chinees voor mij.
Mijn vriendin is Chinees.
- Dat was Chinees voor mij.
- Dat was allemaal Chinees voor mij.
Heb je ooit al eens Chinese gedichten gelezen?
Waar is een Chinees restaurant?
- Tom gaat met een Chinese uitwisselingsstudent.
- Tom gaat uit met een Chinese uitwisselingsstudent.
Auldey is een Chinees merk.
dan zouden bedrijven in China het wel overnemen.
Deze vrouw komt uit China. Ze spreekt Chinees.
die anders door de censuur van het Chinese internet geblokkeerd zouden worden.
Hij vroeg of ik Chinees eten lekker vind.
Chinees eten is niet minder lekker dan Frans eten.
Mijnheer Brown leert zijn zoon Chinees.
- De Chinese keuken is niet slechter dan de Franse.
- Chinees eten is niet minder lekker dan Frans eten.
En veel van de bedrijven daar aanwezig komen van het Midden Oosten en China.
Wat is het verschil tussen vereenvoudigd Chinees and traditioneel Chinees?
Ik kan nog steeds niet goed Chinees schrijven.
Sommige mensen denken dat het moeilijk is voor mensen met Engels als moedertaal om Chinees te leren, maar daar ben ik het niet mee eens.
In zijn essay "Esperanto: een Europese of een Aziatische taal" toonde Claude Piron de gelijkenis aan tussen het Esperanto en het Chinees, en ontkrachtte zo het denkbeeld dat het Esperanto enkel een op Europa gerichte taal zou zijn.
De twaalf dieren van de Chinese dierenriem komen van elf diersoorten die in de natuur voorkomen, met name de rat, os, tijger, konijn, slang, paard, aap, haan, hond en varken, en ook de legendarische draak; ze worden als kalender gebruikt.