Examples of using "Igazad" in a sentence and their dutch translations:
Je hebt helemaal gelijk.
Je hebt gelijk.
Misschien heb je gelijk.
Je hebt helemaal gelijk.
- Je hebt helemaal gelijk.
- Je hebt volkomen gelijk.
- Ge hebt helemaal gelijk.
- Je slaat de spijker op z'n kop.
Misschien heeft hij gelijk.
- U had gelijk.
- Je had gelijk.
- Jullie hadden gelijk.
- Je hebt gelijk.
- Jullie hebben gelijk.
- U hebt gelijk.
- Je hebt helemaal gelijk.
- Je hebt volkomen gelijk.
Je hebt het inderdaad juist voor.
- Misschien hebt ge gelijk.
- Misschien heb je gelijk.
- Misschien heb je wel gelijk.
Je hebt helemaal gelijk.
- Je hebt het mis.
- U vergist zich.
Blijkbaar heb je gelijk.
Je hebt helemaal gelijk.
Je hebt helemaal gelijk.
Ik weet dat je gelijk hebt.
- Ik hoop dat je gelijk hebt.
- Hopelijk heeft u gelijk.
Ik denk bijna dat je gelijk hebt.
Je slaat de spijker op z'n kop.
Ik vermoed dat je gelijk hebt.
Daarover zou je gelijk kunnen hebben.