Examples of using "Facebook" in a sentence and their dutch translations:
Heb je een Facebook-account?
Maar Facebook weet het.
Dit is mijn pagina op Facebook.
Facebook neemt veel van m'n tijd in beslag.
Een van mijn zes Facebook accounts is geblokkeerd.
Ken jij iemand die niet op Facebook zit?
DW: We zagen in die eerste weken op Esther's Facebookpagina
Facebook, je maakte een historische misstap hierin.