Examples of using "Csináltatok" in a sentence and their dutch translations:
Wat hebben jullie gemaakt?
Wat deed je daar?
- Wat hebt ge gisteren gedaan?
- Wat heb je gisteren gedaan?
- Wat heeft u gisteren gedaan?
- Wat hebben jullie gisteren gedaan?
Wat hebben jullie met mijn broek gedaan?
Waarom heb je dit gedaan?