Examples of using "édességet" in a sentence and their dutch translations:
- We willen snoep.
- Wij willen snoep.
Ik wil iets zoets.
Probeer dit snoepje eens.
Neem geen snoep van vreemden aan.
Ik wil iets zoets.
- Hij houdt van snoepjes.
- Hij houdt van snoep.
- Hij houdt van zoetigheden.
Over het algemeen houden kinderen van zoetigheid.
Ik hou van snoep.
Als ik je een spekje kon sturen, Trang, zou ik het doen.
- Ik hou van bonbons.
- Ik hou van snoepjes.
- Ik hou van snoep.
Wat een kinderen! Je stuurt ze weg om snoepjes, en ze komen terug met een hond!