Translation of "Sonnenschein" in Dutch

- Auf Regen folgt Sonnenschein.
- Nach dem Regen kommt Sonnenschein.

Na regen komt zonneschijn.

- Auf Regen folgt Sonnenschein.
- Am Rande jeder Wolke schimmert Sonnenschein.

- In troebel water is het goed vissen.
- Geluk bij een ongeluk.

Du bist mein Sonnenschein.

Ge zijt mijn zonnetje.

Guten Morgen, mein Sonnenschein.

Goedemorgen mijn zonneschijn.

Nach dem Regen kommt Sonnenschein.

Na regen komt zonneschijn.

Ohne Zugang nach draußen, Sonnenschein oder Beschäftigung.

zonder dat ze naar buiten kunnen, de zon kunnen zien, iets kunnen doen.

Frische Luft und den Sonnenschein im Gesicht.

Frisse lucht... ...en de zon in het gezicht.

Ich hoffe auch auf Sonnenschein am Wochenende.

Ik hoop ook op zonnig weer in het weekend.

Die Blume welkt, wenn sie nicht küsst der Sonnenschein!

De bloem verwelkt als hij niet gekust wordt door het zonlicht!

- Auf Regen folgt Sonnenschein.
- Nach dem Regen kommt das schönes Wetter.

Na regen komt zonneschijn.

- Nach dem Regen kommt Sonnenschein.
- Nach Leiden kommt Wohlstand.
- Die Ruhe kommt nach dem Sturm.

Na regen komt zonneschijn.

Der Obstgarten mit seinen großen, breiten Ästen, die sich früchteschwer zum Boden neigten, bereitete den Mädchen eine solche Freude, dass sie fast den ganzen Nachmittag dort verbrachten; sie saßen in einer grasbewachsenen Ecke, wo der Frost das Grün verschont hatte und der sanfte herbstliche Sonnenschein warm verweilte, aßen Äpfel und redeten, soviel sie konnten.

De boomgaard, wiens prachtige vegende takken met fruit naar de grond hingen, bleek zo heerlijk dat de kleine meiden er de hele middag in doorbrachten. Ze zaten in een grasveldje waar het groen de vorst bespaard was gebleven en de zachte, warme najaarszon aanhoudend scheen en aten appels en praatten zo luid als ze konden.