Examples of using "Niesen" in a sentence and their dutch translations:
Kunnen olifanten niezen?
Ik nies de hele tijd.
Wat doet me niezen?
Ik kan niet stoppen met niezen.
...wanneer mensen niezen, hoesten of spugen.
Ik denk dat ik ga niezen... geef mij een zakdoek.
Wanneer de Verenigde Staten niezen, dan krijgt Japan een verkoudheid.
Hou uw hand voor uw mond wanneer u hoest, niest of geeuwt.
Hou uw hand voor uw mond wanneer u hoest, niest of geeuwt.