Examples of using "Meg" in a sentence and their dutch translations:
Meg praat veel.
Meg heeft een klavertjevier gevonden.
Meg heeft een klavertjevier gevonden.
Meg heeft een talenknobbel.
Meg keek mij niet eens aan.
Meg heeft een talenknobbel.
Meg is even groot als Ken.
Meg kocht een blik tomaten.
Meg keek mij niet eens aan.