Examples of using "Kollege" in a sentence and their dutch translations:
Tom is mijn collega.
Mijn collega heeft een collega.
Dit is Tom, mijn collega.
Mijn collega heeft een collega.
Tom is mijn collega en mijn vriend.
Ik ben een collega van je vader.
Ik ben het helemaal met u eens, mijn beste collega.
Ik heb je wens vervuld, lieve collega.
Hij is mijn collega.
Ik ben het helemaal met u eens, mijn beste collega.
Mijn medewerker is een wolf in schapenvacht.