Translation of "Hannover" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Hannover" in a sentence and their dutch translations:

- Ich fahre mit dir nach Hannover.
- Ich gehe mit dir nach Hannover.

Ik ga met u naar Hannover.

Hannover ist die Hauptstadt von Niedersachsen.

Hannover is de hoofdstad van Nedersaksen.

Ich fahre mit dir nach Hannover.

Ik ga met u naar Hannover.

Ich gehe mit dir nach Hannover.

Ik ga met u naar Hannover.

Der ihn 1803 für eine wichtige Mission auswählte: die Besetzung von Hannover,

die hem in 1803 koos voor een belangrijke missie: de bezetting van Hannover,

Des Westens im Jahr 1800 und Gouverneur von Hannover im Jahr 1804, was sich in jeder Rolle als äußerst effektiv erwies.

van het Westen in 1800 en gouverneur van Hannover in 1804, waarbij hij in elke rol zeer effectief bleek.