Examples of using "Großbritannien" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben zojuist uit Groot-Brittannië gekomen.
- Ik kwam juist terug uit Groot-Brittannië.
Ben je ooit in Groot-Brittannië geweest?
Groot-Brittannië verlaat de Europese Unie.
De VS niet. Groot-Brittannië ook niet.
- Ik ben zojuist uit Groot-Brittannië gekomen.
- Ik kwam juist terug uit Groot-Brittannië.
Groot-Brittannië bestaat uit Wales, Engeland en Schotland.
De nieuwe tunnel zal Groot-Brittannië verbinden met Frankrijk.
Zij woont in het Verenigd Koninkrijk.
De Verenigde Staten zijn een republiek - het Verenigd Koninkrijk is dat niet.
Groot-Brittannië heeft gestemd om de Europese Unie te verlaten.
Groot-Brittannië zal de hongerdood onder ogen moeten zien als de U-boten niet snel worden verslagen.
een Duitse staat die toebehoorde aan de Hannoveraanse koningen van Groot-Brittannië, met wie Frankrijk opnieuw in oorlog was.
- De nieuwe tunnel zal Brittannië met Frankrijk verbinden.
- De nieuwe tunnel zal Groot-Brittannië verbinden met Frankrijk.
De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben verschillende gebarentalen. De Mexicaanse Gebarentaal is eveneens verschillend van de Spaanse Gebarentaal.